Solèr betekent schuur in het venetiaans dialect. De schuur werd gebruikt om de beste druiven verder te laten drogen, rijpen.Deze wijn wordt gemaakt met 20% Marzemino, 20% Refosco, 20% Cabernet, 20% Carmenère en 20% Merlot-druiven gelegen in de Piave- en Refrontolo-regio. Alluviale ondergrond met voornamelijk klei in Piave en meer klei met tufsteen in Refrontolo zorgt dat de druiven hier graag gedijen. De Marzemino-druiven laat Alessandro verder drogen, de andere druiven volgen de klassieke vinificatie-methode. Na de fermentatie in vaten, rijpt de wijn verder op eiken barriques gedurende 12 maanden met daarna nog 12 maanden flessenrust.